Hoe start ik mijn huizenjacht?

Een eigen huis, wie wil het niet? Maar hoe begin je nu het best met die huizenjacht?
En wat als je dat ook nog eens duurzaam wil aanpakken?

Alles begint met de locatie. Waar wil je wonen?

Wil je natuur en ruimte of liever winkels en cultuur? Weet dat je woonplek mee bepaalt hoe vaak en hoe ver je je verplaatst. Met een woonplek in een stads- of dorpskern zit je dicht bij heel wat faciliteiten, zoals winkels, school, werk, openbaar vervoer… Zo kan je het gebruik van de auto beperken en is een tweede auto overbodig. Wie weet lukt het zelfs zonder auto. Uiteindelijk is stappen en trappen het beste voor de gezondheid, het milieu én de portemonnee.

Koop je een bestaande woning of wil je zelf bouwen?

Volledige vrijheid hebben bij het ontwerp van je huis is fijn. Bovendien krijg je een nieuwbouw makkelijker optimaal geïsoleerd en performant luchtdicht. Maar wist je dat de bouwsector verantwoordelijk is voor bijna de helft van het wereldwijde grondstoffengebruik en voor ruim een derde van alle afvalstromen? Hoe minder je afbreekt en/of bouwt en hoe meer je hergebruikt, hoe duurzamer dus. Bovendien wordt open ruimte steeds schaarser.
Bij een renovatie volg je een andere strategie. Je streeft naar een energetisch performante bouwschil en dient rekening te houden met de bestaande toestand en zijn beperkingen. Maar je kan, waar mogelijk, wel materialen recupereren. Laat daarom het ‘niet bouwen’ voorgaan op het ‘bouwen’ en beperk zo de nood aan nieuwe bouwmaterialen. 

Kies je voor een grote vrijstaande woning of eerder voor een compacte rijwoning?

Veel ruimte en mooie, grote kamers hebben is aangenaam. Toch denk je vooraf best na over hoeveel ruimte je echt nodig hebt. Elke vierkante meter heeft zijn kostprijs. Enerzijds in bouwfase, anderzijds ook naar verwarm- en koelkosten, onderhoud en herstel. Je huis is daarom best niet groter dan nodig. Hoe meer ruimte je hebt, hoe meer spullen je trouwens verzamelt of bijhoudt. Een vrijstaande woning lijkt aantrekkelijk door het licht en ruimtegevoel maar heeft ook nadelen. Met vier vrije gevels is het warmteverlies groter dan bij een gesloten of halfopen bebouwing. Wil je bijkomend isoleren dan voorzie je door de grotere oppervlakte best heel wat meer budget. Een compact woonvolume met klein verliesoppervlak en weinig in- en uitsprongen heeft een lagere energievraag en is eenvoudiger -en dus goedkoper- te isoleren. Andere aspecten zoals een goede oriëntatie, een multifunctionele indeling en beperkte circulatieruimte zijn de extra duurzame troeven die je zoekt.

Wat met EPC labels?

Koop je een energieverslindende woning (EPC-label E of F) dan is er sinds 1 januari 2023 een renovatieplicht. Binnen de vijf jaar na de aankoop moet je de woning grondig renoveren tot minimum een EPC-label D, vanaf 2028 zelfs label C. Ingrepen die je woning energiezuiniger maken renderen door een verhoogd comfort en een verlaagde energiefactuur. Bovendien daalt je EPC-waarde, maar stijgt de waarde en aantrekkelijkheid van je woning.